Het weer in Nieuw-Zeeland kan onvoorspelbaar zijn. De plaatselijke bevolking grapt graag dat je vier seizoenen op één dag kunt meemaken! Ontdek wat je van het weer kunt verwachten tijdens je bezoek.
Het klimaat van Nieuw-Zeeland varieert sterk. In het hoge noorden heerst ’s zomers subtropisch weer, terwijl het in de binnenlandse alpiene gebieden van het Zuidereiland ’s winters zo koud kan zijn als -10°C (14°F).
Het grootste deel van het land ligt echter dicht bij de kust, wat het hele jaar door milde temperaturen betekent.
De gemiddelde temperatuur in Nieuw-Zeeland daalt naarmate je zuidelijker reist. Januari en februari zijn de warmste maanden, en juli is de koudste maand van het jaar.
Je kunt het weer in Nieuw-Zeeland controleren op de website van de Met Service.
Lees hier meer over de Waarom kiezen voor een stage in Nieuw Zeeland
Wanneer is de beste tijd om Nieuw-Zeeland te bezoeken?
De zomer is de populairste tijd om Nieuw-Zeeland te bezoeken. Over december, januari en februari neemt het aantal bezoekers toe, als mensen van overzee komen om te reizen terwijl het warm weer is. De zomervakantie betekent dat ook meer Kiwi’s naar Nieuw-Zeeland reizen, om te profiteren van de zonneschijn en de kerstvakantie.
Wil je liever genieten van zonnige dagen, maar met minder drukte, dan is de beste tijd om naar Nieuw-Zeeland te gaan de herfst. Van maart tot mei is het weer nog redelijk warm – vooral in het noorden – maar de drukte is uitgedund. Omdat de herfst ook het schouderseizoen is, profiteer je van betere prijzen voor accommodatie en activiteiten.
Lees ook: “Hoe vind je accommodatie in Nieuw-Zeeland?“
De winter in Nieuw-Zeeland is de beste tijd om te bezoeken als je enthousiast bent over sneeuwsporten. Met een licht laagje sneeuw worden Queenstown en het Centrale Plateau omgetoverd tot winterwonderlanden. Als je je een weg naar beneden wilt skiën of snowboarden op de hellingen van de Zuidelijke Alpen, is de beste maand om Nieuw-Zeeland te bezoeken juli of augustus.
De lente arriveert in september en duurt tot november. Hoewel er rond deze tijd van het jaar nog steeds een grote kans op regen is, begint het weer op te warmen – het is de perfecte tijd van het jaar om van buitenactiviteiten zoals wandelen te genieten. De lente is ook de tijd waarin kalfjes, lammetjes en narcissen tevoorschijn komen op de groene velden van Nieuw-Zeeland, dus het is een ongelooflijk schilderachtige tijd. Koele nachten en warme dagen zijn gebruikelijk, wat aangenaam reisweer oplevert.
Hoe is het weer in Nieuw-Zeeland?
Het weer in Nieuw-Zeeland kan snel veranderen – wanneer je ook komt, je moet op alles voorbereid zijn!
Zonneschijn
De meeste plaatsen in Nieuw-Zeeland ontvangen meer dan 2.000 uren zonneschijn per jaar – ongeveer 83 zonnige dagen. De zonnigste gebieden, Bay of Plenty, Hawke’s Bay en Nelson/Marlborough, ontvangen meer dan 2.350 uren zonneschijn. Omdat Nieuw-Zeeland de zomertijd in acht neemt, kan het daglicht tijdens de zomermaanden tot 21.30 uur duren.
Nieuw-Zeeland kent relatief weinig luchtvervuiling in vergelijking met veel andere landen, en minder ozon, waardoor de UV-stralen in ons zonlicht erg sterk zijn. Het zonlicht hier kan de huid van september tot april snel verbranden, vooral tussen 10 en 16 uur, zelfs op bewolkte dagen. Wees ‘SunSmart’ door deze drie eenvoudige stappen te gebruiken als je naar buiten gaat:
- Blijf waar mogelijk in de schaduw.
- Draag een hemd, hoed en zonnebril.
- Gebruik zonnecrème van SPF 30+. Breng het om de twee uur opnieuw aan.
Regen
De gemiddelde regenval in Nieuw-Zeeland is hoog en gelijkmatig over het hele jaar verdeeld. Over de noordelijke en centrale gebieden van Nieuw-Zeeland valt meer regen in de winter dan in de zomer, terwijl voor een groot deel van het zuidelijke deel van Nieuw-Zeeland de winter het seizoen is waarin de minste regen valt.
De bergketens die langs de ruggengraat van het Zuidereiland lopen, verdelen het land in verschillende klimaatgebieden. De westkust van het Zuidereiland is het natste gebied van Nieuw-Zeeland, terwijl Centraal Otago, aan de oostkant van de Zuidelijke Alpen, het droogst is.
De hoge regenval levert niet alleen gebieden met prachtig inheems bos op, maar maakt Nieuw-Zeeland ook een ideale plaats voor land- en tuinbouw.
Sneeuw
Sneeuw verschijnt gewoonlijk in de maanden juni tot en met oktober, hoewel er ook buiten deze maanden koudevlagen kunnen voorkomen. De meeste sneeuw in Nieuw-Zeeland valt in de bergachtige gebieden, zoals het Centrale Plateau in het noorden, en de Zuidelijke Alpen in het zuiden. Ook in het binnenland van Canterbury en Otago valt veel sneeuw. Hoewel de kustgebieden van het Noordereiland in de winter ’s nachts wat vorst kunnen meemaken, sneeuwt het er maar heel zelden.
Lees ook: “10 Interessante Feiten over de Nieuw-Zeelandse Cultuur“